Hypotheek

De hypotheekakte heeft tot doel aan de bank zekerheid te geven voor de terugbetaling van de geleende gelden. U geeft daarmee uw huis of andere onroerende zaak (of erfpacht, opstal, appar­tement) als onder­pand aan de bank. Bij een onverhoopte execu­toriale verkoping wordt de bank dan uit de opbrengst boven andere schuldeisers voldaan.

  1. In de hypotheekakte worden vaak twee verschillende zaken geregeld: de met de bank gemaakte afspraken over de lening (hoofd­som, rente, aflossing, opeisbaarheid etc.), al dan niet in combinatie met een afgesloten levensverzekering of een overlijdensrisicoverzekering;
  2. de zekerheid voor de bank (hypotheek op het huis, pand­recht op de daarbij behorende roerende zaken en, indien van toepassing, op de rechten uit een afgesloten verzeke­ring). De zekerheid voor de bank bestaat erin dat de bank, mocht de schuldenaar niet meer voldoen aan zijn rente- en aflos­sin­gsverplichtingen, het onderpand mag veilen en vervolgens als eerste (of, als het een tweede hypotheek is, als tweede etc.) uit de opbrengst wordt voldaan met voorrang boven gewone schuldei­sers.

Soms wordt de met de bank gesloten geldlening (sub 1.) buiten de hypotheek­akte om geregeld in een afzonderlijke onderhandse akte. De hypotheekakte dient dan alleen als ‘zekerheidspara­plu’ voor alle tegenwoordige en toekomstige schulden die de hypo­theekgever (=de ‘schuldenaar’ of ‘debi­teur’) heeft aan de bank (=de ‘hypotheekne­mer’ of ‘schuld­ei­ser’ of ‘credi­teur’). Ook pandakten worden vaak buiten de akte om geregeld, evenals akten van depot, welke nodig zijn als sprake is van nieuwbouw of verbouw en de bank het geld niet in een keer in zijn geheel aan de schuldenaar verstrekt, maar in gedeelten, telkens als dat voor betaling van de aannemer nodig is.

In elke hypotheekakte moet een bedrag staan waarvoor de zeker­heid wordt gegeven. Vaak is dit bedrag gelijk aan de hoogte van de geslo­ten geldle­ning. Soms is dit bedrag hoger. Er wordt bijvoorbeeld € 100.000 geleend van de bank, maar zekerheid gegeven voor € 130.000. De bank heeft dan dus meer zekerheid dan eigenlijk nodig is, maar dit kan van pas komen als later nog meer geld van de bank wordt geleend, bij voorbeeld € 20.000. Dan hoeft er geen nieuwe hypotheek­akte meer te worden opgemaakt en kan volstaan worden met een onder­handse schuldbe­kentenis die op de bank wordt getekend. Dat bespaart uiter­aard notaris- en kadaster­kos­ten.

Verder wordt altijd nog een tweede bedrag opgenomen (vaak een percentage van het eerste bedrag). Dit tweede bedrag duidt niet op een schuld van de hypotheekgever, maar op extra zeker­heid voor de bank voor het geval dat de schuldenaar in de toekomst steeds meer achterstand krijgt in de beta­ling van rente en eventuele boetes en/of kosten verschul­digd wordt aan de bank. De bank wil ook voor die eventuele toekomstige vorde­ringen het huis als onderpand hebben.

Beide bedragen tezamen vormen de maximale zekerheid voor de bank.

Voorbeeld:

In de hypotheekakte staat bijvoorbeeld dat hypotheek wordt verleend tot zekerheid voor de betaling van:

  1. de geleende hoofdsom van € 100.000-, en
  2. hetgeen de schuldenaar aan de bank verschuldigd wordt ter zake van rente, boeten, kosten,begroot op 35% van voor­meld bedrag of € 35.000,-

derhalve tot een totaal bedrag van € 135.000,-

De schuld die de hypotheekgever in het voorbeeld heeft, beloopt € 100.000. De zekerheid van de bank beloopt € 135.000. Mocht de bank het huis ooit moeten veilen, dan heeft de bank recht op de opbrengst voor ten eerste het geleende bedrag van Euro 100.000 en ten tweede voor hetgeen daadwerkelijk verder nog aan achterstallige rente en kosten openstaat, maximaal tot € 35.000,-.

De notariskosten en kadasterkosten worden berekend over het eerste bedrag.

contact

Indien u meer informatie wilt, kunt u contact opnemen met ons kantoor.