Schenking
schenken op papier
Het is mogelijk om te schenken zonder dat er contant geld aan te pas komt. Dit kan zijn als ouders geen contanten hebben (het vermogen zit bijvoorbeeld in het huis of in het bedrijf) of wanneer zij graag nog de beschikking willen houden over hun vermogen omdat zij hun oudedagsvoorziening in eigen beheer willen houden. Zo’n schenking op papier gaat in de vorm van schuldigerkenning uit vrijgevigheid door de ouder(s) van een geldsom aan hun kind(eren) die eerst opeisbaar is bij overlijden van de schenker(s). Omgekeerd verkrijgen de kinderen een niet opeisbare vordering op hun ouders.
Bij overlijden van een van de ouders of bij overlijden van de laatste kan de ‘schuld op papier’ in mindering komen op het saldo van de nalatenschap. Door de schuldigerkenning over een reeks van jaren te spreiden (zie het hiervoor opgemerkte over het maken van een schenkingsprogramma) kunnen besparingen van te heffen successierechten worden gerealiseerd.
De fiscus beschouwt de schenking als reeël, maar er is een aantal spelregels waaraan u zich moet houden.
Regels die de fiscus stelt:
- de schuldigerkenning moet vast liggen in een notariële akte. Schuldigerkenningen bij onderhandse akte zijn niet rechtsgeldig en kunnen daardoor niet in mindering worden gebracht op de nalatenschap;
- er zal door de ouders over de schuld aan hun kinderen daadwerkelijk jaarlijks een zakelijke rente moeten worden vergoed. Over het feit welke rente zakelijk is, lopen de meningen uiteen.
Over de rente is door de kinderen geen inkomstenbelasting verschuldigd. Evenmin is deze bij de ouders aftrekbaar. Wel wordt bij de kinderen inkomstenbelasting geheven over het zogenaamde “fictief rendement” van hun vermogen. Het vermogen bestaat uit bezittingen, verminderd met de schulden. De vordering van de kinderen op hun ouders wordt bij de bezittingen meegeteld, evenals de ontvangen rente. de schulden van de ouders gelden als aftrekbare schulden. Schulden en bezittingen worden in box 3 niet (meer) hetzelfde behandeld.
Wel zijn er vrijstellingen.
schenkbelasting
Schenkbelasting (voorheen ‘schenkingsrecht’ genoemd) wordt alleen geheven als de schenker ten tijde van de schenking in Nederland woonde. De nationaliteit van de schenker is niet van belang, evenmin als de woonplaats of nationaliteit van de begiftigde. Als de schenker niet in Nederland woont, maar dat voordien (periode van tien jaar) wel deed, wordt ook schenkbelasting geheven. Het tarief is gelijk aan het tarief dat bij de berekening van erfbelasting geldt.
Als u een schenking doet moet er schenkbelasting betaald worden. Hoeveel belasting moet worden betaald, hangt af van de hoogte van het geschonken bedrag en van de relatie tussen de schenker en degene die de schenking ontvangt. Een kind betaalt minder belasting dan een ander. Een uitzondering is een ANBI instelling, want die betalen over een schenking helemaal niets.
